Nusa Tenga rra

3 februari 2010 - Kuta, Indonesië

 

Flores
De busreis naar Makassar was gewoonweg kut! (oeps!) Het was een busrit van 10 uur over hobbelende kronkelwegen.  Ik had een kleine ontsteking in mijn linker arm en samen met het gehobbel kwam de fantoompijn opzetten en heb ik uiteindelijk 10 uur lang met tranen in de ogen gezeten van de pijn, wat voor Ronald natuurlijk ook niet erg gezellig was. En dan duurt zo’n dag erg lang! Na aankomst hebben we dus niet veel meer gedaan; eten en slapen….!!
De volgende dag zou onze boot om 14.00 uur vertrekken. Rond de middag liepen we naar de terminal om ons in te checken. Gelukkig zijn we daarna snel eerst nog wat gaan eten om vervolgens terug te gaan en te wachten op de boot; Willis 2. En gewacht hebben we…….! En gewacht……., en gewacht…….., en gewacht!!! Pfff…., onze boot vertrok uiteindelijk pas om 22.00 uur!  En dus hebben we een dikke 10 uur gewacht! Tijdens het wachten werden we continu bekeken en kinderen kwamen om ons heen hangen. IRRITANT!! In Makassar was het slecht weer en het regende continu met af en toe grote hoosbuien ertussen. Ook waaide het erg hard waardoor de half open hal waar we in zaten half blank stond. Eenmaal op de boot gingen we op zoek naar onze cabine. We hadden economic-class geboekt en waren dus verbaasd dat er een cabine-nummer op ons ticket stond. Nummer 49 & 50 hadden we. Deze cabine’s bleken gewoon bedjes te zijn. Rijen van 6 bedjes naast elkaar, maar gelukkig was het laagseizoen en hadden we een hele rij voor onszelf, of…? Niet dus, want we waren de enigste blanken op de boot en werden door iedereen goed in de gaten gehouden. In het begin van de bootreis waren de meeste nog een beetje peur, je zag ze kijken, iets tegen elkaar smiespelen waarna er gelachen werd. Na verloop van tijd kwam er toch wat contact en hebben we eerst een half uur in een deuk gelegen omdat we elkaar gewoon niet begrepen, en er daardoor gekke gesprekken ontstonden. Het werd zo toch nog wel een leuke avond, met al deze mensen. Toen we een kleine 10 minuten aan het varen waren kwamen we op de open zee, en dat was duidelijk merkbaar. De ‘Flores-sea’ de zee tussen Sulawesi en Flores is best een wilde zee. Onze middelgrote boot (lengte +/- 100mtr) schommelde behoorlijk op en neer, soms zo erg dat alles kraakte en er ook dingen sneuvelden. Bij de vieze, ranzige plee lagen er zo een paar deuren uit en kasten waar reddingsvesten inlagen verschoven. Al met al duurde de hele boottocht 26 uur, en kwamen dus de volgende dag  midden in de nacht aan in Maumere op het Eiland Flores. Effe inchecken bij een hotelletje en de volgende dag op de bus gestapt naar Moni. Deze rit duurde maar 1 ½ uur en dat was wel relaxed na al dat gereis in de dagen ervoor. In Moni uitgestapt pakte we ons LP-boek om ons te orienteren voor een hotel. En al gauw zaten we in hotel Maria, erg basic en dit vooral omdat er geneens stromend water was omdat de hoofd-waterleiding ergens kapot was. Tegen het eind van de middag zijn we wat gaan rondlopen en hebben we een enkeltje met de brommer naar de vulkaan Kelimutu geboekt. Door de regen lagen we maar een beetje op bed te liggen en kwamen we tot het besef dat we al zo’n 4 a 5 weken amper contact hebben gehad met andere reizigers. Daarbij waren de laatste 4 weken erg primitief qua lokaties. Stroom en ook water was niet altijd aanwezig en bij het bestellen van een drankje moest je of eerst een half uur wachten of ze hadden het gewoon niet. Eten was puur lokaal en de rijst kwam ons onderhand de oren uit. We beseften ons maar al te goed dat we de semi-Westerse wereld misten. Op dat moment kregen we een buurvrouw. Kim, een 47-jarige vrouw uit Australie met een vlotte babbel. Ze bleek een leuke vrouw te zijn met een bewogen leven(sstijl) en daardoor voor ons een geschenk uit de hemel! Het klikte dan ook meteen goed en Kim besloot de volgende morgen met ons mee te gaan naar de vulkaan. De volgende morgen reden we dus met 3 brommers achter elkaar aan omhoog naar de vulkaan. Hier heb je 3 meren in een vulkaan liggen waarvan er 2 na verloop van tijd telkens van kleur veranderen. Eentje is er altijd turquoise en de andere 2 veranderen in de loop der tijd soms van kleur, zoals chocolade bruin, donker groen, diep blauw, rood en zwart. Dit komt door de mineralen in het meer, zo schijnt. Kelimutu is heilig voor de lokale mensen en een legende verteld: De zielen van jonge mensen gaan  naar het warme turquoise meer, zielen van oudere naar het koude meestal bruine meer en de slechte zielen gaan naar het meestal zwarte meer. Het zag er erg mooi uit, en na wat foto’s te hebben getrokken zijn we teruggelopen naar het punt waar we gedropt waren door de brommers. De planning was teruglopen, maar het weer sloeg om en het regende pijpenstelen. Gelukkig zagen we een groepje backpackers die een auto met chauffeur hadden gehuurd en meerijden was geen probleem. Pfff… gelukkig maar want 2 uur teruglopen in de stromende regen was toch wel wat minder geweest. Het was nog vroeg (9.00 uur) en aangezien het hard regende besloten we om meteen verder te reizen. Ook Kim ging met ons mee. Zonder problemen konden we een auto aanhouden en dus meerijden met een priester in opleiding om vervolgens met een lokale bus door te reizen nar Bajawa. Bij aankomst regende het nog steeds en ik kan je vertellen;”de zin gaat echt wel over!”. In Yajapura in Papua hebben we veel regen gehad en ook in Makassar regende het de hele dag pijpestelen. Gelukkig viel in Torajaland, Sulawesi, de regen pas na 15.00 a 16.00 uur uit de hemel maar ook daar kwam dit dagelijks. En nu nog steeds regen …, en niet een beetje! Het bederft echt de reislust. Je kunt minder zien en doen en dit in combinatie met primitieve accommodaties,waar niet eens schoon water is, gaf ons een down-gevoel.  De volgende morgen hadden we genoeg plannen. We wilden een motor huren en rond rijden. Hier in de omgeving wonen de Ngada-people. Traditionele stammen die weer in typische woningen wonen. En weer hadden we geluk! Er was een 4-daagse ceremonie bezig, in het dorpje Langa, waar we heen konden. Pffff…, weer varkensslachterij!!! OINK!! Door ons down-gevoel en de herhaling van het varkens slachten hadden we eigenlijk helemaal geen zin. Maarja, je moet wat en dus hadden we deze plannen gemaakt. Maar………, het regende. Na veel twijfelen hebben we toch maar een auto aangehouden die ons naar Langa bracht. Daar aangekomen was er geen zak te doen! Hebben wij weer! Omdat het zo regenachtig was zaten alle mensen in hun huizen. We hebben er toch maar wat rond gelopen en wat dan wel bijzonder is, is dat er miniatuurhuisjes  en een soort van hout gemaakte parasolletjes voor de huizen staan. Zij symboliseren de aanwezigheid van de voorouderen. Iets verderop in het dorp werden we uitgenodigd voor een kop koffie, waar Ronald en Kim wel zin in hadden. We kwamen binnen en meteen werd er eten, koffie, bier en lokale wijn op tafel gezet. We hebben wat kunnen kletsen met deze mensen en uiteindelijk hebben we er toch 2 uurtjes gezeten, wat erg leuk was.Het is wel goed om te ervaren hoe deze mensen leven. Ja, ze wonen in betonnen huizen maar vaak zitten er geen ramen en deuren in, simpelweg omdat deze te duur zijn. Met deze regenbuien, die hier in het regenseizoen vrij normaal zijn, kun je het ondanks de temperatuur toch koud krijgen. Een huis zonder ramen en deuren is dan toch wel klote! Nadat het al een tijdje redelijk droog was zijn we naar Bena gelopen; het meest tradiotionele dorp v/d omgeving. Het was zo’n 8 km. lopen. De weg werd redelijk smal en ging door bamboo-forrest heen. We liepen om de bergen heen. Bena is een mooi dorp maar toen wij er kwamen was het vanwege de regen verlaten. Op deze manier hadden we het dus snel gezien en dus begonnen we weer aan de terugweg. Kim liet zich op een motor terug rijden en wij zijn samen weer voor de 8 km. gegaan. Langzaamaan begon het weer te regenen maar toen we halverwege waren begon het echt te plenzen. En niet te zuinig; het leek wel of er gewoon een emmer water over ons heen gegooid werd! Daarbij begon het ook steeds harder te waaien! We hoorden de 15 m. hoge bamboo-staven kraken en zagen ze flink op en neer zwiepen waardoor we echt wel het gevoel kregen van; maken dat we weg komen hier! Dat viel nog tegen want de 8 km. terug was behoorlijk bergop klimmen. Hier hadden we niet aan gedacht toen we aan de terugtocht begonnen. Het water gutste naar beneden en verschillende keren konden we de grote plassen niet vermijden. Bijna op het einde was er een bamboo geknakt en over de weg heen gevallen. Eenmaal weer in de bewoonde wereld hebben we een bemo aan gehouden en ons laten terug rijden naar het hotel. Een warme douche zat er helaas niet in want dat kennen ze hier niet en dus was het eten en naar bed; warm worden!
De volgende morgen regende het nog steeds. Het regende echt KEI hard! Het stormde gewoon! Waarschijnlijk was het een tyfoon die over Flores heen raasde!

Het had de hele nacht al flink gestormt en het zag er naar uit dat dit niet zomaar over was. Shit, wat nu? We zijn rustig vast gaan pakken, afwachtend wat te gaan doen. Gelukkig stopte het na een tijdje met hozen en dus zijn we snel naar het busstation gegaan om door te reizen naar Ruteng. Er reden geen bussen meer deze kant op maar gelukkig vonden we een toyota kijang (nieuw model) die deze kant op ging en waar we mee mee konden rijden. Wel zaten er al wat mensen in en dus moesten we met zijn 3-en op de achterbank. Het was een rit van zo’n 4 uur en zo kwamen we rond 15.00 uur aan in Ruteng. Ons hotel zag er leuk maar erg oud uit, en dat was het ook. Wel hadden ze hier internet, goed om de avond mee te spenderen. Na aankomst zijn we meteen het stadje gaan verkennen; het was een redelijk stadje vol met winkeltjes en marktkraampjes. Aardig maar niet bijzonder. Aangezien het nog steeds regende zijn we de volgende dag meteen door gereisd naar ons einddoel van dit eiland; Labuang Bajo. Dit was weer een rit van zo’n 4 uur. We vertrokken in de regen maar hoe verder we naar het westen reden hoe beter het weer werd. Bij aankomst was het droog en ging de zon zelfs weer schijnen. YES, that’s what we want!! De volgende dag hebben we relaxed gedaan. Lekker wat rond gelopen, gezwommen in de zee en gewoon ge-lambald! Het strand waar we terecht kwamen om te zwemmen was één grote vuilnisbak en dus niet echt lekker om te liggen. Om toch maar het geniet effect te creeeren hebben Kim en ik al zwemmend in de zee een blikje drinken open getrokken en een peukje gerookt;TOPPIE!! De volgende dag gingen we eindelijk weer echt iets ondernemen. Het was weer mooi weer en we hebben met zijn 3-en een boot gehuurd naar het eiland Rinca waar de Komodo-veraan te zien is. Het was een boottrip van 2 uur, lekker relaxed over de zee heen. Bij aankomst zaten er een paar aapjes op ons te wachten. Terwijl we hun aan het bekijken waren kwam er al een veraan aanlopen. WAUW, wat een beest! We moesten verder om ons in te checken in dit National Park. Hier moesten we natuurlijk ook betalen en na dit gedaan te hebben begonnen we aan een wandeling van zo’n 2 uur op dit eiland. Meteen vooraan bij de drinktent lag al een grote veraan te zonnebaden; hij was wel 2 ½ m. groot. Verder lopende, richting de keuken v/h eiland, lagen er 7 of 8 veranen te bakken in de zon. Ze lijken op krokodillen, zo ook hun gedrag. Ze liggen lui te wezen en niks te doen. Gelukkig voor ons begon 1 van hun te lopen waardoor we enigszins een beetje actie in ze hebben gezien. De wandeltocht was mooi. De gids, die je hier nodig had, vertelde ons over de veranen-nesten en hoe een baby uit zijn ei komt en bracht ons op mooie plaatsen. Onderweg zagen we nog 2 veranen waarvan de grootste wel 4 m. was. Ook kwamen we nog een aap tegen en zagen we een waterbuffel staan. Kim wilde dichterbij de buffel  om goede foto’s te maken maar wij hadden het er, na onze ervaring in Sulawesi, niet meer op en liepen snel door, wat ook wel weer grappig was. Na een drankje zijn we terug gegaan naar de boot om ons naar Angel-eiland (Bidadari)  te laten varen. Heerlijk…! De zon brandde goed en dit is een eiland met een mooi wit strandje waar je goed kunt snorkelen. Het zand van dit strand is net als schelpenzand, zo fijn,en het koraal was hier mooier dan in Bali. We hebben veel vissen en zeesterren gezien.

Na de middag gesnorkeld te hebben gingen we terug naar Labuang Bajo. Die avond ontdekten we een eettentje waar ze redelijk Westers eten hebben, inclusief hamburgers! En lekker dat ze zijn! De volgende dag zijn we met de boot vertrokken naar een semi-bounty eilandje; Kanawa. We moesten ons om 9.00 uur melden om vervolgens tot 12.00 uur te wachten om met de boot te vertrekken. Tja, Azie betekent gewoon geregeld wachten, daar valt gewoon niks aan te doen! Eenmaal op de boot was het relaxen, alhoewel…. Het geluid v/d motor trilt gewoon door je heen en je word er bijna doof van. Maar na een uurtje bereikten we dan toch het eiland wat er vanaf de boot al heel mooi uit zag. We waren de enigste op dit eiland en dat gaf wel een aparte sfeer. Wij met zijn 3-en, het personeel en de 3 personen die hier woonden. Dit gaf een lekker vrij gevoel; de deur niet op slot hoeven doen en natuurlijk skinny dippen. Het was maar een klein eilandje voorzien van een wit zandstrandje met enkele palmbomen, verschillende loofbomen, hangmatten en zo’n 10 strandhuisjes die van bamboo gemaakt waren. Ook was er een restauranthut waar we konden eten. Het enigste wat je hier kon doen was relaxen en snorkelen. En dat hebben we dan ook gedaan. Natuurlijk zijn we meteen gaan zwemmen en heb ik mijn snorkelbril opgezet en de flippers aan gedaan (Ronald vind dit maar ondingen en snorkelt alleen met een brilletje). Kim lag te pitten op het strand en wij hebben een rondje om het eiland gezwommen. Dit duurde zo’n 2 uurtjes op een relaxe manier; zo groot is het eiland. Het eiland blijkt 3 zandstrandjes te hebben en langs een groot stuk rots ook een klein stukje mongrove. Gaaaaf!! We zagen niet zo veel koraal maar die mongrove is super! Dit zijn boven de grond groeiende struiken waarvan de wortels in het water steken. Hier zagen we verschillende roggen en mini-haaien. Die avond hebben we lekker zitten kletsen bij het eten. De volgende morgen hebben we echt weer eens lekker uitgeslapen.  Heerlijk wakker worden met een briesje door je kamer heen en een mooi uitzicht over het strand en zee. Kim, die wel vroeg op was, kon ons vertellen dat er mooi koraal was. En dus begonnen we even later aan de 2e ronde om het eiland heen. Al snel bleek dat we de vorige dag te dicht bij de kust waren gebleven en we dus verder de zee in moesten om het koraal te zien. WAUW, mooi koraal lag hier. We hebben veel vissen e.d. gezien. Snorkelen is eigenlijk heel relaxed. Doordat je continu door kunt ademen lig je oppervlakkig op het water te dobberen en met je flippers ben je zo een eind weg. Aangezien Ronald die snorkel en flippers niks vind en alles echt zwemmend doet (eigenwijs he!) is het voor hem erg vermoeiend. En dus draaide hij halverwege om. Na het snorkelen zijn we samen via rotsblokken, tijdens laagtei, naar de mongrove gelopen om er foto’s van te kunnen maken. En weer zagen we roggen en haaien. Toen we terug kwamen was het gedaan met de rust. Er waren 5 nieuwe gasten aangekomen op het eiland waarvan 2 uit NL. Niet echt gezellige mensen en dus niet interessant. Die avond heeft Kim voor ons gekookt. Ze hadden een grote vis gevangen die Ro en Kim samen opgepeuzeld hebben. Bij navraag over hoe laat de boot de volgende dag zou vertrekken bleek dat de 2 Nederlanders, die eigenlijk een week zouden blijven, weer gingen vertrekken. Ze hadden tegen ons ook al geklaagd over de vele vliegen en dat was dan ook hun reden om weer te gaan; zeikerds! Maar ze hadden al om 7.30 uur afgesproken! Shit, dat is wel erg vroeg! Wij wilden ’s morgens nog gaan snorkelen maar aangezien we met dezelfde boot mee moesten….. Gelukkig konden we met de bootman regelen om dit een half uurtje te rekken. Samen met Kim zijn we rond 6.30 uur gaan snorkelen. Dit keer zijn we vanaf de scheve gammele pier het water in gegaan. Wauw…, we kwamen in een school vissen terecht……..  Een zwerm van zo’n 30 m. lang en 3 m. breed met redelijk grote vissen. Ik heb allerlei nieuwe vissen gezien en zelfs een schilpad! Erg gaaf! Terwijl we in het water lagen kwam de bootman zeggen dat de Hollanders toch om 7.30 uur wilden vertrekken. Wat een zeikerds dat ze moeilijk doen om een half uurtje. Tijdens ons ontbijt besloten we dat ze maar op ons moesten wachten… Zij zouden eigenlijk een week blijven en omdat het hun niet bevalt moeten wij eerder weg; bekijk het maar! Hier waren ze niet zo blij mee maar dat was hun probleem.

 

Eenmaal terug in Labuang Bajo zijn we eerst op zoek gegaan naar een ander, goedkoper, hotel. Na wat relaxen en eindelijk weer een douche genomen te hebben hadden we afgesproken om een motor te huren. Wij zaten samen op 1 motor en Kim had er een met chauffeur. Eerst gingen we naar een grot, the mirror genaamd. Het was een mooie grot met stallagmieten en dito-tieten. Er zaten vleermuizen en er waren fossielen van een schildpad en een vis waarbij wij ons afvragen of dit werkelijk fossielen zijn.  Maar goed al met al een mooie grot. Na dit bezoek zijn we gewoon een stuk gaan rijden. Er zijn hier maar een paar wegen op dit eiland en dus reden we dezelfde weg terug zoals we hier gekomen zijn. De wegen kronkelen hier door de bossen/jungle en bergen heen en dus konden we ff weer wennen aan het motorgevoel. Die avond hebben we afscheid genomen van Kim die de laatste 10 dagen toch een gezellige reispartner was.

 

Sumbawa
De volgende morgen zijn we aan een lange reis begonnen. We stapten op de ferrie naar Sumbawa, een zit van 7 a 8 uur. We hadden ons een beetje verdiept in dit eiland maar volgens de LP is hier niet veel te zien/doen. Dus besloten we om meteen door te reizen naar Lombok. Wel zou dit dan een erg lange reis worden. Maarja.., dan hebben we het ook gehad. In Sumbawa aangekomen moesten we eerst met een bus naar een wat grotere stad.  Hier moesten we 2 uurtjes wachten om met een luxe bus het eiland van oost naar west te doorkruisen. Tijdens de 1e busrit kregen we al een beetje een indruk van dit land. Er liepen heel veel kinderen op straat,  ook in de zeikende regen. Ze waren gewoon hun haren aan het wassen in de regen op straat. Naast veel  kinderen zie je heel veel honden, geiten en koeien lopen en het vervoer gaat hier met paard en wagen. Op het busstation waar we moesten wachten waren mensen echt enthousiast. Het vele regenwater liep niet snel weg en in no-time stond het hele busstation onder water. Naakte kinderen kwamen op hun fietsje door de diepe plassen heen crossen en meiden gingen onder de watergoot staan. Tijdens een wandeling werden we bij mensen uitgenodigd die erg vriendelijk waren. De man des huizes was 2 motorbikes aan het pimpen; stoere bakken! De natuur was hier weer weidser dan in Flores, je kon van je af kijken. In Flores keek je altijd recht tegen de bergen ben bossen aan, hier waren weer rijstterrassen en keek je naar de bergen wat erg mooi was. Huizen waren geverfd in vrolijke kleuren. Al met al kregen we in deze korte tijd een hele positieve indruk van Sumbawa. De nachtbus vertrok natuurlijk ¾ uur later dan gepland en onze chauffeur had geloof ik haast. Het was een busrit van 12 uur inclusief de oversteek naar Lombok. Uiteindelijk kwamen we rond 8.00 uur ’s morgens aan in Mataram.

 

Lombok

Op het busstation kregen we meteen een bemo aangeboden naar Sengiggi, waar we ook heen wilden. Aangezien ze veel te veel vroegen, wij 24 uur stil gezeten hebben en er een Mac Donalds in de stad zat zijn we gaan lopen. Belachelijk…, 6 km. lopen voor een hamburger! En dat in deze hitte! Ondanks dat was het toch erg lekker om na 24 uur zitten weer flink te moeten zweten. Na het verorberen  van een Mac-menu hebben we toch een bemo aangehouden die ons voor goed geld naar het hotel bracht waar we heen wilden. Het, volgens de LP, goedkope hotel bleek flink  duurder geworden te zijn. Gelukkig konden we door afdingen tot een mooie prijs komen en verbleven we hier 2 nachten. Het was dan ook een erg mooie lokatie. Kleine bungalows omgeven door planten en palmbomen en wat erg bijzonder was, was de badkamer. Deze was gewoon buiten! Een goede harde douche en een  Westerse w.c. Na  een lekker koud biertje zijn we gaan slapen. En dit was na deze reis echt nodig! De volgende dag besloten we om het een en ander uit te zoeken betreft Rio. We hebben dan wel een vlucht geboekt maar nog helemaal geen verblijfplaats daar. Overal word vermeld  dat je zo’n 4 tot 6 mnd., vooraf iets moet reserveren wil je er nog tussen komen en dus was het voor ons belangrijk om iets te gaan zoeken. Over 2 weken is het zover en dus het zou nog moeilijk gaan worden. Na een paar uurtjes surfen op het internet hebben we gelukkig toch iets gevonden voor een redelijke prijs. YES, daar zijn we dan ook erg blij om! De rest van die dag hebben we niet veel gedaan. We zijn naar het strand gelopen, hebben lekker gegeten en ’s avonds hebben we genoten van live muziek. De volgende morgen hebben we een brommer gehuurd en zijn we richting de vulkaan gereden. Het eerste stuk liep de weg helemaal langs de kust af en hadden we dus geregeld mooie uitzichten over baaien en stranden. We passeerden de Gilli-islands die er mooi uit zagen.  Eenmaal landinwaarts richting de vulkaan misten we een afslag. Hier kwamen we bij een stop om wat te drinken pas achter en toen besloten we om door te rijden naar een ander plaatsje van waaruit ook trekkingen gemaakt konden worden. Bij aankomnst begon het net te regenen en waren we dus blij dat we in een hotel konden. Die avond hebben we doorgebracht met een potje schaken. Na het ontbijt de volgende morgen hebben we wat rond gelopen. Een trekking maken, daar hadden we allebei geen zin in. Eigenlijk hadden we nergens meer zin in! We zaten midden tussen de bergen, in een erg mooie vulkanische omgeving en….. het deed ons niks! Geen trekking dus! Toen we verder reden kwamen we op een stuk weg die midden door de jungle heen ging; erg mooi en leuk om te rijden. Totdat het ging regenen!! Het ging heel hard regenen!!! Toen hadden we het wel gehad en besloten we om onze volgende bestemming te cancelen en door te rijden naar Sengiggi. Lekker weer een avondje met live muziek en Westers gezelschap. Na overwegen hebben we aan onszelf toe gegeven; WIJ ZIJN REISMOE! We hebben nergens zin in, willen nu even niet reizen, kunnen niet genieten v/d mooie natuur en al helemaal niet v/d mensen. En dus zijn we de volgende dag met de boot terug gegaan naar Bali, weer een dag reizen. We hebben op 8 februari een vlucht van Bali naar Bangkok.

 

Bali
Hehe, lekker vakantie! We zitten hier een dikke week en genieten even van de drukte hier in Kuta. Geen camera bij je en geen dingen bezichtigen. Gewoon relaxe, gewoon niks doen. Een lekkere massage hier, even een duik in de zee of in het zwembad bij ons hotel en weer lekker een avondje bierelieren. Bali is zon, zee, strand en een regenbui. Ja, het is regenseizoen maar een bui is een bui van een uur en meestal in de avonden. Daarbij is het wel weer warm; erg warm.
De 8e vliegen we naar Bangkok om van daaruit op de 11e te vertrekken naar Rio. En daar zitten we gewoon echt op te wachten nu. Azie hebben we, voor nu, gezien; RIO, HERE WE COME!!

 

 

 

1Euro                                               13.500 Rupi

 

Hotel                                     60.000 - 125.000
Maaltijd lokaal                     50.000
Bier 640 ml.                          25.000
Water 1 ½ liter                      6.000

 

 

 

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Lisette Zimmermann:
    4 februari 2010
    Hoi Ronald en Marielle,

    Hoe het met jullie gaat hoef ik eigenlijk niet meer te vragen na alweer zo'n mooi reisverslag.
    Vooral op het eilandje kanawa leek het mij erg mooi aan je verhaal te horen.....mmm ik wil ook.....hahahha
    Het was vast heel apart om de feestdgn in de jungle door te brengen....mistte jullie de familie niet??
    Zeker nu nu de reismoeheid toeslaat zal dat wel eens het geval zijn lijkt me.
    Maar oke jullie zijn je aan het verheugen op Rio wat mij ook heel bijzonder lijkt zeker nu in de carnavalssferen.....niks zoepkoel dit jaar....haha
    Hoelang blijven jullie nog aan het wereldreizen, wanneer aanvaarden jullie de thuisreis...??
    Ik ben heel benieuwd waar deze wereldreis jullie nog naartoe lijdt...groenland, lapland of noordpool.....
    Veel plezier en reislust wens ik jullie en ik verheug me alweer op je volgende verslag.
    Nu heb ik wel heel lang moeten wachten......hahhaha, tja moet er wel internet zijn.....

    Veel groetjes uit Kerkrade in de sneeuw

    Lisette